Vertaal
Vertalingen être surpris FR>NL
être surpris (ww.) opkijken (ww.) ; opzien (ww.) ; verbaasd staan (ww.) ; verbaasd zijn (ww.) ; verrast opkijken (ww.) ; verrast zijn (ww.) ; verwonderd zijn (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `être surpris`
Voorbeeldzinnen laden....